De wetgeving rond de geregistreerde kassa, de zogenoemde “witte kassa”, is gedeeltelijk ongrondwettig volgens de auditeur van de Raad van State.
Volgens de auditeur van de Raad van State schendt de overheid het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel bij de invoering van de zogenaamde witte kassa voor de horeca.
De auditeur struikelt vooral over de 10-procentregel. Die bepaalt dat alleen horecazaken die minstens 10 procent van hun omzet uit het serveren van maaltijden halen, een geregistreerde kassa moeten installeren. Hij is van oordeel dat het stelsel, zoals het nu ontworpen is, ongrondwettig is. De betreffende wet moet dan ook vernietigd worden, klinkt het.
De regeling van de geregistreerde kassa werd bij de Raad van State aangevochten door Horeca Limburg en Horeca Vlaanderen. Volgens hen schendt die 10-procentregel het gelijkheidsbeginsel. De auditeur volgt die redenering nu.
De Raad van State moet zich nog over de zaak zelf uitspraken, maar die volgt doorgaans altijd het verslag van de auditeur.