Onze Belgische frietkotcultuur is voortaan nationaal immaterieel cultureel erfgoed.
Naast de Belgische biercultuur is dit het tweede element dat door alle 4 de bevoegde overheden in ons land is erkend.
De frietkotcultuur is een essentieel onderdeel van het sociale leven in België. De friturist is een vakman die als geen ander de kunst van het perfect bakken van frietjes kent en elke friturist heeft zijn eigen specifieke smaak en specialiteit. De friturist is een ambachtsman en levert maatwerk. Hij kent zijn klanten en ze kennen hem en zijn frietjes. Zijn frituur is uniek, de benaming vaak zeer origineel en persoonsgebonden en zijn frietkot is een sociale ontmoetingsplaats.
Sinds haar ontstaan in 1984, ijvert Navefri-Unafri voor de waardering en de uitstraling van de frituursector.
Doorheen de jaren werden de frituristen zich stilaan bewust dat ze terecht fier mochten zijn op hun beroep.
Met de oprichting van de Nationale Orde van de Gulden Puntzak in 2004 werd een eerste belangrijke stap gezet naar de erkenning van dit waardevol patrimonium.
In deze Orde worden jaarlijks bijzondere personen en instellingen opgenomen die zich verdienstelijk hebben gemaakt in de beleving, uitstraling en borging van onze frietcultuur: schrijvers, kunstenaars, ministers, …en uiteraard ervaren frituristen want zij vormen de spil waarrond deze uitzonderlijke cultuur om draait.
2013 was een scharniermoment in de officiële erkenning van de frietkotcultuur.
In samenwerking met VLAM lanceerde Navefri immers een petitie om de bevolking op te roepen haar steun te betuigen.
Op 10 januari 2014 werd 10 000-den handtekeningen onder grote persbelangstelling overhandigd aan toenmalig Vlaams Minister van Cultuur Joke Schauvliege waarna de Vlaamse Gemeenschap als eerste de Belgische Frietkotcultuur officieel erkende als Immaterieel Cultureel Erfgoed.
In 2015 organiseerde Unafri met APAQW een gelijkaardige campagne in Wallonië en op 23 november 2016 volgde de erkenning door Waals Minister van Cultuur Alda Greoli.
Op 13 april 2017 kondigde Minister van Cultuur Isabelle Weykmans dat ook de Duitstalige Gemeenschap de Belgische Frietkotcultuur als Immaterieel Cultureel Erfgoed erkende en in juni 2017 werd deze officieel opgenomen op de Inventaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
LES FRITES…CEST CHIQUE
Om dit historisch moment gepast te vieren, werd op 20 juli 2017 een academische zitting gehouden in het Atomium te Brussel in aanwezigheid van Z.K.H. Prins Laurent en de bevoegde Ministers van Cultuur en Landbouw.
Nationaal Voorzitter van Navefri-Unafri, Bernard Lefèvre, gaf er een overzicht van de hele erkenningsprocedure.
Vervolgens nam Minister van Staat Herman De Croo en tevens Peter van Nationale Orde van de Gulden Puntzak het woord om met trots zijn waardering voor het initiatief te betuigen.
Paul Ilegems en Hugues Henry, die beiden diepgaande studies en boeken over het frietfoneem hebben uitgegeven, gaven op grappige wijze hun inzicht over het ontstaan en de toekomst van de Belgische Frietkotcultuur.
Daarna volgde de officiële ondertekening van het Charter ter Verdediging van de Belgische Frietkotcultuur door Z.K.H. Prins Laurent en alle betrokken Ministers.
Voor de gelegenheid had ook Europees Commissaris Marianne Thyssen een videoboodschap opgestuurd waarin ze, in naam van de Europese Commissie, haar steun en sympathie betuigde en concludeerde met een knipoog: “Les frites, c’est chique!” https://www.youtube.com/watch?v=wsFOKtlzj78
PRINS LAURENT BENOEMT JAMES BINT TOT FRIET-AMBASSADEUR
De plechtigheid werd afgesloten met de opname van Z.K.H.Prins Laurent tot Groot Officier in de Nationale Orde van de Gulden Puntzak waarna hij vervolgens James Bint tot Internationaal Ambassadeur van de Belgische Friet benoemde.
Zijn missie is duidelijk: wereldwijd de boodschap verspreiden dat er naast “French Fries” vooral lekkere “Belgian Fries” bestaan, uit het land waar frieten ook cultuur zijn…
We wensen hem alle succes toe in zijn smakelijke opdracht!
En uiteraard werd iedereen nadien uitgenodigd om, aan de voet van het Atomium, letterlijk te smullen van de frietkotcultuur.
DE FRIETKOT-GAZET
Naar aanleiding van de nationale erkenning werd ook een uitzonderlijke en eenmalige Frietkotgazet uitgegeven. Via de diverse grossiersgroeperingen werden meer dan 300 000 exemplaren in alle frituren van het land verdeeld.
UNESCO?
De Belgische biercultuur is sinds 2016 Unesco-werelderfgoed. Als tweede nationaal immaterieel ergfoed kan de Belgische Frietkotcultuur dus eveneens haar kandidatuur tot erkenning bij Unesco indienen.
De beslissing om een aanvraagdossier in te dienen is nog niet genomen maar Prins Laurent was er wel van overtuigd dat de Belgische Frietkotcultuur zeker in aanmerking komt.
Voor Bernard Lefèvre was vooral de erkenning door alle overheden in België de allerbelangrijkste doelstelling.
De enige manier om onze frietkotcultuur te bewaren is door er zelf zorg voor te dragen.
Laten we dus allen samen “gewoon” verder doen en ons elke dag inzetten om de allerbeste frieten ter wereld te blijven bakken!